Huisspitsmuis

Huisspitsmuis (Crocidura russula Hermann)

Kenmerken:
De meeste muizen zijn knaagdieren. Zo niet de spitsmuis. Zijn gebit en spitse snuit zijn gemaakt voor het eten van insecten. Spitsmuizen zijn te herkennen aan hun smalle schedel die spits toelopend is. De rug is bruin of grijsbruin, de buik is iets lichter. De behaarde staart is de helft tot 2/3 van zijn lichaamslengte. Kenmerkend is ook de sterk glanzende vacht. De spitsmuis heeft erg kleine ogen, daarin tegen is het wel zo dat zijn gehoor en reuk vermogen erg goed zijn. Zijn neus en snorharen zorgen ervoor dat hij overal de weg vindt. Volwassen exemplaren zijn 6 tot 9 cm groot.

Voortplanting:
De voorplantingsperiode is van maart tot oktober. Het vrouwtje werpt 2 tot 4 worpen van 4 tot 6 jongen. De draagtijd varieert van 28 tot 33 dagen. De gemiddelde levensduur is 2 tot 3 jaar. De jongen gaan al na een week met hun moeder op pad. (ganzenmars achter moeder).

Leefomgeving:
Spitsmuizen zijn erg vlugge en beweegbare muizen. Ze leven voornamelijk ’s nachts en brengen een zacht piepend, fluitend of tjilpend geluid voort. Het zijn goede zwemmers. Ze eten vooral insecten als wormen, slakken, spinnen en larven, maar ook plantaardig materiaal. Onder boomwortels graven ze holen, maar ook andere muizenholen of mollengangen worden benut. Het liefst zijn ze in ruig terrein; kreupelhout, struikgewas, bosranden en tuinen, maar ook in de bebouwde kom kun je ze tegenkomen in bouwafval of gestort puin. De uitwerpselen zijn 0,4 tot 1 cm lang, 0,3 tot 0,4 cm dik en vaak in klonten aaneen geklit. Keutels zijn altijd enigszins vastgeplakt, onregelmatig van vorm, donkerbruin tot zwart van kleur en ze bevatten veel zand. Als je droge keutels tussen je vingers wrijft, vallen ze uit elkaar. Vaak zijn er nog glinsterende insectenresten in te herkennen. Per 24 uur eten ze hun eigen gewicht aan voedsel op. Ze houden geen winterslaap.

Schade:
Spitsmuizen kunnen ziektekiemen verspreiden, bovendien veroorzaken ze stankoverlast. Ze geven veel vervuiling door urine en ontlasting op dezelfde plek (latrines). Boven plafonds kunnen ze voor een aardige geluidsoverlast zorgen.

Wering/preventie:
Om bij overlast van muizen, niet alsmaar achter de feiten aan te hoeven lopen, is wering bij muizenoverlast aan te bevelen. Voor advies op maat, kunt u contact met ons opnemen.  Wij verzorgen een inspectie, en een rapport, met daarin de te nemen maatregelen om overlast te voorkomen.

Contact opnemen

0512 - 77 60 06

06 - 218 920 54

Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

WhatsApp